Gebeurtenissen

Navigatie

GEBEURTENISSEN IN DE LANDBOUW EN HET MAATSCHAPPELIJK LEVEN IN DE 20e EEUW
De eeuw is nog maar zes jaren in 1906 de dijkdoorbraak bij Walsoorden in de Wilhelmuspolder. Bij een zware novemberstorm brak de dijk daar door, en liep het hele gebied tot voorbij Kloosterzande onder water. Tot aan de Tasdijk stond alles blank. Daarbij is een boerderij totaal verwoest, van de familie van Arenthals. Na de indijking is de boerderij niet meer terug opgebouwd, de familie is vertrokken naar Noord Beveland. Daar hebben zij een grote boerderij beboerd, in het maatschappelijke en boerenorganisaties hebben zij een belangrijke rol gespeeld. Een van die zoons is daar jaren dijkgraaf geweest van een grote polder.

Na de indijking is op die plaats een grote diepe plas water overgebleven, die in de volksmond "het gat van Ko genoemd werd. ln het riet van die plas is in de beginjaren 1960 nog een meisje vermoord. Later is dat gat gebruikt als stortplaats voor de vuilnisbelt en nu staat er een bosje op te groeien.

In 1922 is op de Tasdijk een monument onthuld ter nagedachtenis van die ramp, en staat daar nog steeds op die plek. Kort daarop in 1914 brak de eerste wereldoorlog uit, die duurde tot 1918. Hoewel Nederland er niet direct bij betrokken was, maar België wel, waren de gevolgen van die oorlog ook hier duidelijk aanwezig. ln België, dus maar net over de grens is wel op verschillende plaatsen zwaar gevochten. Heel bekend daarbij is de kleine rivier De"IJger" die ze niet overkwamen. Daarbij zijn heel veel Belgische soldaten gesneuveld. ln de plaats leper wordt nog elke avond om acht uur een taptoe geblazen bij een groot monument met al de namen van de militairen die daar gesneuveld zijn.

Zeeuws Vlaanderen is het laatste jaar van de oorlog overspoeld met Belgische vluchtelingen uit die oorlogsgebieden. Naar mij is verteld zworven ze van hot naar her om ergens een onderdak te vinden. De gemeente Hontenisse heeft aan de rand van het dorp(nu Hulsterweg) een aantal barakken laten bouwen, waar zij dan konden vertoeven en ook slapen. Of dat in andere gemeentes ook gebeurde is mij niet bekend. Een oom van mij heeft dat administratief op het gemeentehuis helpen verwerken.

In 1926 was er weer een gebeurtenis die diep ingreep bij mensen die daar door getroffen werden. Na een periode van veel regen in de winter, kregen de laaggelegen polders geweldige wateroverlast. De twee polders die daar het meeste mee te maken hadden waren de Pauluspolder en de Hengstdijkpolder. Zij behoorden tot het waterschap "Stoppeldijk" die zijn lozingspunt was een zeesluis bij Ossenisse. De grondhoogte van dat waterschap kan je het best vergelijk met een etensbord, de zijkanten hoog en in het midden laag. ln die laagte lag en ligt de kreek "De Vogel”. Het was een natuurlijke afwatering, dus bij laag water in de Schelde ging de zeesluis door de druk van het binnenwater open, maar bij opkomend water ging ze door de druk van het zeewater weer dicht. Water zoekt nu eenmaal het laagste punt op dat waren die twee laaggelegen polders.
ln de Pauluspolder stond op verschillende plaatsen meer dan een halve meter water, ook op de wegen en in de huizen. De plaatselijke timmerman had een provisorische boot gemaakt om zo naar de ondergelopen huizen te kunnen varen, om nog wat spullen te redden. Hiervan zijn nog wel foto's van in omloop. Alle ellende heeft toch ook weer ergens een pluspunt. In dit geval was het de aan leiding om te gaan praten over een gemaal. Na heel wat heen en weer gepraat is er toch gekomen. Bij de zeesluis werd een dieselgemaal gebouwd. Ik weet het niet precies, maar het is geweest in 1928 of 1929. Het heeft gedraaid tot 1953 bij de watersnood. Toen brak de dijk daar door, daarna is er een nieuw gemaal gebouwd, nu wel zonder zeesluis, elke druppel die er teveel valt, moet er uitgedraaid worden. Het staat ook niet meer op de zelfde plaats, het water aan de landzijde moet een kortere afstand afleggen om uitgemalen te worden.

Het eerste gemaal was al een enorme verbetering voor het gebied, maar de aanvoer van het water daar naar toe was nog verre van goed. Het stond nog te veel stil vanwege geen voldoende toevoer. De grote spuikom de Vogel kon zijn water niet kwijt, de afstand was te groot daarvoor. Maar ook de detailontwatering in de polders maakte dat het daar te lang bleef staan en de landerijen te lang nat bleven.

In de jaren van 1930 heeft de Ser.Pauluspolder veel gedaan aan de ontwatering van de polder en landerijen zelf. In het jaar 1933 hebben de stembevoegde ingelanden het besluit genomen om een groot delfplan in de polder uit te laten voeren (Stembevoegd was ik, bij een grondbezit van meer dan acht h.a) . Het werk werd uitgevoerd in werkverschaffingsobject, zodoende kwam 75% van de koster voor het Rijk 15 % voor de gemeente Stoppeldijk en 10 % voor de polder of de betreffende eigenaars.
Dus hoofdleidingen ten laste van polderbestuur, kavelsloten voor de aanpalende eigenaars. Er werd echter wel in de zelfde vergadering besloten dat het polderbestuur toezicht moest houden op de werkzaamheden. De ingelanden vreesden dat de werklozen anders de kantjes er teveel af zouden lopen en het te duur zou worden. Voor zover ik mij kan herinneren is dat ook zo gebeurt. Elke dag ging mijn vader, die toen in het polderbestuur zat, naar de werkzaamheden kijken en controleren. Het water in de sloten en landerijen kon nu wel wat vlugger weg lopen, maar het peil in de Vogel was altijd nog te hoog om voor een vlotte afvoer naar het gemaal in Ossenisse te kunnen zorgen.
Ook het poldertje van Ko de Feijter is met die zelfde subsidieregeling geëgaliseerd en stukken laaggelegen grasland tegen het water van de Vogel, opgehoogd tot bouwland. Nu was de ontwatering een beetje op orde, maar wat betrof de ontsluiting van de boerderijen en de landerijen was het nog zeer droevig gesteld. Via allerlei onverharde uitwegen over andere percelen mochten de boeren maar op de openbare verharde weg zien te komen.
Maar ook de percelen waren meestal heel klein en lagen versnipperd door de hele polder verspreid. In de vergadering van stembevoegde ingelanden van mei 1939 wordt besloten om een ruilverkaveling aan te vragen voor Pauluspolder. Dat besluit werd genomen met twaalf stemmen voor, negen tegen en een blanco. In die zelfde vergadering werd besloten eens te gaan kijken naar een ruilverka7veling die in uitvoering was. Dat was in Noord-Brabant in de plaats Geffen, in de buurt bij Oss. Daar kon iedere belangstellende gebruik van maken, samen met mensen uit de Hengstdijkpolder. In de maand juli zijn ze met een bus daarheen gegaan, volgens de notulen daarover zijn zij toch wel positief over de ruilverkaveling daar thuisgekomen.
Vermoedelijk de mensen van de Hengstdijkpolder minder want daar is toen geen ruilverkaveling uitgevoerd. Bij de stemming of de ruilverkaveling aangenomen zou worden, waren zowel het aantal voorstemmers als het aantal h.a in de meerderheid, dus het werk kon beginnen. Het was de eerste ruilverkaveling in Zeeland, later zouden er nog velen volgen. Het werk moest door de Heidemi j in werkverschaffing uitgevoerd worden. Kort dat daarmee gestart was eind 1939 begin 1940, brak de oorlog uit op 10 mei van dat zelfde jaar en duurde tot 5 mei 1945. Door de oorlog heeft het werk ruim zeven jaar geduurd, voor de 500 h.a die de Paulus polder groot was. Eer het dus ook administratief helemaal rond was bijna 10 jaren. De kosten kon je in een keer betalen of in 30 jaar afbetalen. Het kwam dan uit op f 17.50 per h.a. Wel voor ieder het zelfde bedrag, veel nut of weinig nut.

Toch nog even terugkomen op de ongemakken voor de boeren van toen tijdens de jarenlange werkzaamheden. Heel veel nieuw aangelegde wegen zonder verharding. Nieuwe uitwateringssloten doelloos in de polder. Bestaande percelen heel moeilijk te bereiken. De volgende wegen zijn nieuw aangelegd inde ruilverkaveling, Vogelweg van Rapenburg tot Vogelfort. Zuidweg van de Vogelweg tot de Ravenstraat, Zuidweg van de Polderweg tot de Meerdijk. De Blokweg.
De Ser Paulusstraat van de Polderweg tot de Vogeldijk, De Lettenburgstraat van de Ser Paulusstraat oostelijk tot aan hoeve Lettenburg. Aan het begin van de Kerkweg een klein stukje verlegt, en aan het eind daarvan aansluitend aan de Kop van de Vogeldijk. Deze kwam voordien ongeveer 150 m in oostelijke richting op de Vogeldijk.
Een verharde weg is bij de verkaveling verdwenen, namelijk de Ravenweg, in de volksmond Schelferstraat genoemd, liep van het eind van de Kerkweg tot ongeveer de huidige Ravenstraat. Ook de Vogeldijk is dan gedeeltelijk verhard tot ruim voorbij de boerderij Mahu.
Maar ook enkele voetpaadjes z.g. Kerkepaadjes zijn verdwenen te weten Blokpaadje, nu Blokweg, de Tragel liep van bebouwing Pauluspolder tot de Vogeldijkpadje van Sponselee van eind bebouwing Pauluspolder tot de Zuidweg, en een paadje vanaf de Heernissekerkpad langs de nog bestaande waterloop langs de Noordkant van de polder tot aan de Ravenweg. Voor de verkaveling zijn ook al een tweetal van die kerkepaadjes afgevoerd van de ligger van wegen en voetpaden te weten het Apeloniapaadje liep van de Zuidweg richting Margaretsedijk ongeveer aansluitend op het paadje van Sponselee.
Het andere liep van de toenmalige school in noordelijke richting tot waar de Lettenburgstraat eindigt. Voor de uitwatering wat vroeger maar via een punt gebeurde namelijk bij de hoeve Letterburg zijn er twee bijgekomen via die verkaveling. Het eerste net voor de familie Mannaert, de tweede net voorbij de familie de Kock. Beide punten waren rechtstreek op de kreek De Vogel. Wanneer dan uiteindelijk na vele jaren van moeilijkheden het werk gereed kwam en de boeren op hun nieuwe percelen konden 'gaan werken', wilde de ergste tegenstand van de verkaveling niet meer terug naar de oude toestand. De betere ontsluiting door de nieuwe wegen en een vluggere afvoer van het water droegen daar zeker aan bij.

In 1960 werd de Ruilverkaveling Stoppeldijk aangevraagd en aangenomen voor een oppervlakte van ongeveer 7000 h.a. In de Pauluspolder waren verschillende mensen die zich afvroegen, moet dat voor ons nu ook weer? In het rapport over de R.v.K. wordt dat ook wel genoemd.
Wij lagen echter middenin het blok, en om die reden konden je er niet van worden uitgesloten. Aan ontsluiting en ontwatering hoefde niet meer zoveel te gebeuren, wel weer aan de verkaveling. Door de verlaging van het waterpeil in de Vogel naar 2.20 m Nieuw Amsterdams Peil zakte ook het peil in de Pauluspolder. Dat is later voor de nog hoger gelegen polders via stuwen per polder weer aangepast. Deze gronden kregen toch last van verdroging in de zomer.
Uit het verkavelingblok zijn veel jonge boeren kunnen vertrekken naar de IJselmeerpolder vooral de Flevopolder. Uit de Pauluspolder zijn er ook twee die zo daar een bedrijf hebben gekregen n.l de familie J. Boonman en de familie F.v. Overloop. Zodoende kwam er grond vrij voor vergroting van te kleine bedrijven in het gebied zelf en werd er 55 h.a. natuurgebied in de Putting gecreëerd. Dit gebeurde door met stuwen de oude toestand van voor de verkaveling te handhaven. Ook door beplanting van dijken en wegbermen werd er nog wat natuurgebied gewonnen voor de betreffende organisaties op dat gebied werkzaam.
Mocht in de R.v.K. Pauluspolder iedere belanghebbende evenveel last en per h.a. betalen, in de R.v.K. Stoppeldijk werd er betaald naarmate het nut van de verkaveling. Dit werd bepaald door een taxatie voor de werkzaamheden en een taxatie na afloop daarvan van de verkaveling.

In de jaren 1969/1970 werd de R.v.K. Stoppeldijk afgesloten, na enkele procedures met eigenaren. Aan de rand van het blok waren enkele polders bij Ossenisse er in geslaagd om uit het blok te stappen, dus er werd bij hun niet verkaveld.
Toen ze rond de jaren 1980 wat zij nu te kort kwamen tegenover de verkavelde gebieden, vroegen zij alsnog een verkaveling aan. Dat hebben zij voor elkaar gekregen, maar onder minder gunstige voorwaarden als zij hadden meegedaan met R.v.K Stoppeldijk.
Door verschillende belanghebbenden is toen letterlijk toegegeven het geen wijs besluit was geweest om er niet aan mee te doen. Toen in het na oorlogse bestel van 1945 tot ongeveer 1980 dat allemaal gebeurd was ten gunste van de landbouw kwam er een ander probleem in de landbouw.
Door verschillende oorzaken zoals geen opvolger en minder financieel resultaat in die landbouw, konden of wilden niet verder met hun bedrijf. Dat begon met de, te kleine bedrijven waar geen opvolger voor was, of de betreffende boer ander en beter betaalt werk kon vinden. Maar het bleef niet bij de kleine bedrijven, maar ook grotere en grote bedrijven hadden geen opvolgers meer beschikbaar voor het ouderlijke bedrijf. Wel kwamen er verschillende boeren uit andere delen van het land naar Zeeuws-Vlaanderen en stichten hier grote melkbedrijven met veel koeien en jongvee. Een beeld dat we hier tot nu toe nog niet kenden. Eind twintigste eeuw hebben heel wat Mega varkensstallen geprobeerd zich in Zeeuws-Vlaanderen te vestigen. Door hun heel veel maatregels op te leggen van overheidswege is dat beperkt gebleven tot maar enkele bedrijven. In de voormalige gemeente Hontenisse naar mijn weten maar tot een bedrijf. Gelukkig maar, want daar zitten je als plattelandsbevolking nou echt niet op te wachten. Helaas moeten je wel constateren dat de beëindiging van de landbouwbedrijven, ook in de een en twintigste eeuw toch nog steeds langzaam doorgaat.

Wie kan zeggen wanneer dit tij zal keren?

Verschillende leeggekomen boerderijen zijn verkocht en nu bewoond door dikwijls mensen uit de stad. Zij vinden het heerlijk om op het platteland te wonen. Zij hebben er meestal geen weet van dat daar ook gewerkt moet worden, soms vroeg maar ook wel eens laat in de avond. Dat brengt dan voor hun overlast teweeg in hun leven. Als gevolg daarvan worden er soms hele procedures uitgevochten tussen de oude en de nieuwe bewoners van het platteland.

Ik heb geprobeerd om een zo zuiver mogelijk beeld te geven van de veranderingen in de landbouw, en daardoor ook op het platteland. Dat gebeurde allemaal in de twintigste eeuw, en een klein deel in de een en twintigste eeuw. Ben er echter van overtuigd daarbij belangrijke dingen misschien over het hoofd te hebben gezien. Daar is ook zoveel gebeurd in die periode. Wat erin de landbouw maar ook in de gemeenschap nog zal gebeuren in deze eeuw ligt in het verborgene. Gaat de ontwikkeling nog verder door, of kunnen er omstandigheden komen die daar een andere richting aan geven. Naar mijn gevoel, niemand die daar het antwoord op weet.