Van
Jan Knibbeler
ontvingen we het verhaal van Bert Burggrave:
Mijn ome Bert Burggrave heeft zijn herinneringen aan de
bevrijding van Hengstdijk opgeschreven.
Ik heb hem geholpen om er een leesbaar verhaal van te maken.
Ik heb gebruik gemaakt van een paar foto’s van jullie site die precies bij zijn
verhaal passen.
Kunnen jullie zijn verhaal toevoegen op jullie
website?
Mijn herinneringen aan onze
bevrijding op 20 september 1944
Dat de bevrijding op tilt was, was duidelijk. Antwerpen was al bevrijd
en de Polen en Canadezen rukten op richting Zeeuws-Vlaanderen. Echter de
Duitsers boden in Noord-België flinke tegenstand. Het 1ste Poolse
pantserdivisie was tot Axel en omgeving doorgestoten en daar op flinke
tegenstand van de Duitsers gestoten. 4 dagen duurde de strijd daar en vele
Poolse soldaten sneuvelden. Ook de spits van de Basiliek in Hulst was van de
toren geschoten. De Duitsers gebruikten die als uitkijkpost en vele boerderijen
stonden in brand.
Kijken vanuit de toren wat er was gebeurd
Maar 't werd 20 september. Zoals op onze dorpen
gebruikelijk was, werd er iedere morgen een H. Mis opgedragen. Alle leerlingen
van de lagere scholen gingen daar naar toe. Ik was misdienaar. Met twee
misdienaars dienden we in de mis. Maar door gebrek aan elektriciteit moest één
misdienaar de blaasbalg van 't orgel bedienen en dit was deze morgen mijn
beurt. Voor de aanvang van de mis hadden we nog even op ons marktje rond
gekeken, want daar waren Duitse militairen gestopt om even te rusten. Ze hadden
2 bussen en een klein kanon bij zich. We liepen naar de kerk. 't Was een beetje
mistig en in de verte hoorden we gerommel van geschut. De dienst was nauwelijks
begonnen of we hoorden 't geluid van zware ontploffingen en hevig schieten. De
organist en ik keken vanuit de toren waar 't geluid vandaan kwam, maar we
konden 't niet goed zien. Wel zagen we een drietal boerderijen in brand staan, waaronder
de boerderij van de ouders van de organist.
De Duitsers hadden geen schijn van kans
Na de mis gingen we op onderzoek uit. Wat was er
gebeurd? Bij ’t gehucht Vogelfort nabij Hengstdijk waren de Duitsers die wij
nog op onze markt gezien hadden gestoten op enkele Poolse tanks die onmiddelijk
't vuur openden. De Duitsers hadden geen schijn van kans. Enkele Duitsers
verstopten zich in 't naast gelegen bietenveld en in de arbeidershuizen naast
de dijk. Al snel werden ze gevangen genomen. Hun commandant had zich onder een
brug verstopt, maar ook hij werd gevangen genomen. Door enkele Poolse soldaten
werden de gevangen genomen Duitsers afgevoerd. De Duitsers probeerden via de
binnenwegen naar Terneuzen te ontsnappen om zo de Schelde over te steken
richting Zuid-Beveland.
De Poolse tanks reden naar ons dorp Hengstdijk. En we waren bevrijd. Overal
stonden nu tanks met Poolse soldaten. De bevrijding had voor ons gezin toch nog
een kater. Hierover straks meer.
Munitie en handgranaten die achterbleven
De Duitsers hadden in de huizen ook munitie en
handgranaten achtergelaten. Één van de bewoners was zo dom om aan zo'n granaat
te prutsen. Dit moest hij met de dood bekopen. Hij was dan ook 't enige
slachtoffer van dit treffen. Dit terugtrekken van de Duitsers was overigens een
chaotisch gebeuren, want zowel op 't land als op zee wisten de geallieerde
vliegtuigen de Duitsers te vinden. Ook 's nachts. Wat ze niet mee konden nemen
lieten ze achter. Voertuigen staken ze in brand, hun paarden lieten ze los of
schoten ze dood.
De Polen vertrokken. Zij hebben later Breda bevrijd.
Engelsen bij ons thuis
Andere militairen kwamen, nu Engelsen. Bij ons
thuis werden er vijf ingekwartierd. In de omgeving van Hengstdijk en Kampen, ook
weer een gehucht bij Hengstdijk, werden zeer grote kanonnen geplaatst. Thuis
hadden we een opkamer. Door de militairen werd die ingericht als
vuurleidingscentrum. Overal liepen telefoondraden en 't stond vol met telefoons.
Toen de opstellingen klaar waren begon 't schieten naar de overkant, wat met
enorme knallen gepaard ging. Alle ramen moesten dan open.
Met amfibievoertuigen naar de overkant
Tevens werden er voorbereidingen getroffen om de
Schelde met amfibievoertuigen over te steken. Nabij Kleverhille/Ossenisse werd
de top van de zeedijk eraf geschoven zodat deze vaar/voertuigen makkelijker 't
water in konden. Zij voerden richting Baarland op Zuid-Beveland. Kwamen ze
terug, dan brachten ze soms krijgsgevangen mee. De strijd verplaatse zich via
West Zeeuws-Vlaanderen, waar ook flink gevochten en gebombardeerd is, Oostburg
en Breskens, naar Walcheren en Zuid-Beveland en zo naar Brabant. Toen de
Schelde vrij was en de haven van Antwerpen gebruikt kon worden waren we nog
niet van de Duitse terreur af.
De schrik van een V1 bom
We kregen in Oost Zeeuws-Vlaanderen te maken met
de V1 bom. Die was wel op de haven van Antwerpen gericht, maar de besturing was
zo onnauwkeurig dat er vele in Zeeuws-Vlaanderen terechtkwamen. Vooral in de omgeving
van Graauw. Veel schade hebben ze echter niet aangericht.
Mijn vader maakte toch 't volgende mee:
Op een morgen, het was mistig, stapte hij op zijn fiets om naar zijn werk te
gaan. Hij was timmerman. Hij hoorde zo'n kreng aankomen en de motor viel stil.
Hij wist wat dat betekende. Hij van zijn fiets af en dook onder aan de dijk een
droge sloot in. Toen een enorme knal! Hij kreeg een flinke hoeveelheid troep en
puin over zich heen, maar mankeerde niks. Hij stond op en een eindje verder
kwam ook iemand overeind. Die mankeerde ook niks. Dit bleek de verkering van
mijn zus te zijn. Voor ons begon 't normale leven weer.
Waar was mijn oudste broer en hoe liep het met hem af?
Wij waren vrij, maar waar was onze oudste broer
Joos (1924)? Joos was net als vader timmerman en werkte op de werf in
Terneuzen. In 1943 werd Joos met meerdere jonge mannen op hun werk opgepakt
door de bezetter. Met hem nog een aantal jonge mannen van ons dorp en omgeving.
Een gemeente ambtenaar kwam dit thuis vertellen. Moeder moest een pakketje
klaarmaken en weg was Joos. Hij moest gaan werken in Eberswalde zo'n 60 km
boven Berlijn. Na de overgave van Duitsland kwamen druppelsgewijs jonge mannen
terug naar huis, maar Joos kwam niet. Vanuit Walsoorden voer een pont naar
Hansweert. Waren er jongens aan boord die terugkwamen uit Duitsland? Voerden
zij een vlag? Één van mijn zussen ging iedere dag op de fiets, we hadden er
maar één, trouw kijken of Joos erbij was, maar steeds niet. Moeder had 't er
zeer moeilijk mee, want er was bekend geworden dat twee jongens nooit meer
thuis zouden komen. Maar gelukkig op een dag kwam Joos als laatste van ons dorp
thuis. Eindelijk. Wat een feest was dat. Maar hij was totaal op. Doodziek en
geheel berooid. Hij was naar huis komen lopen, kon nu en dan meeliften met een
militaire wagen die de goede kant opging.
In 1932 ben ik op Hengstdijk geboren en heb er tot mijn 20ste jaar
gewoond. Mijn vrouw komt eveneens uit Zeeuws-Vlaanderen.
A.D. (Bert) Burggrave