De weken vliegen. Het is nog maar net grijs geweest en het is alweer groen! Het blijft wennen die week-om-week regeling voor de ophaling van huisvuil of groen. Ook het uur waarop de wagen voorbijkomt, lijkt moeilijker te voorspellen dan de cijfers van de loterij. Eigenlijk ben je als nieuwkomer een beetje aangewezen op gluren naar de buren. Even buiten op de dijk kijken of er al eentje staat… nee, nog niks. Misschien online zoeken op die wat rommelige site van de Gemeente Hulst of toch maar even aan de ‘buv’ vragen? Die is ook niet helemaal zeker. Je hoopt vurig dat het grijs is want die mosselen waren lekker maar die schelpen beginnen toch wel erg naar de zee te ruiken. Je gokt en zet alles in op grijs. Je maakt de rare - Ierse sluiting’ van Arie’s zelfgebouwde poort open, een combinatie van koord, kettingen en balken. Enfin gedoe dus. En je sleurt de overvolle grijze container naar het plaatsje waar hij moet staan. Gegarandeerd dat je nog eens terug moet omdat hij met de klep naar de verkeerde kant staat, en dan nemen ze je vuil niet mee. Soms heb ik de indruk dat er een robot langskomt die met zijn laseroog alleen je vuilcontainer herkent als het handvat naar de goede kant staat. Nee, zo geautomatiseerd kan dat niet zijn. Die strikte regeling Uren later, niks gehoord, ga je checken of de grijze al geleegd is. Nee, je was te laat. Doemme, nondedju! In dat sukkelstraatje zit er maar een ding op, je ouders in Antwerpen bellen. Of ze voor één keertje nog plaats hebben in de afvalcontainer van hun appartementsgebouw? Ik kan je verzekeren, heerlijk zo’n ritje met mosselschelpen en ander heerlijks op de achterbank. Echt een uitje.