VELDCROSS

Ik geef toe, toen we vorig weekend tien euro werden afhandig gemaakt om de omwalling binnen te mogen, dacht ik eerst dat het gemeentebestuur van Hulst helemaal creatief met belastingen was geworden. Maar dan ineens, die geuren, de kwakkelgang van de menigte, het gejoel, de modderige renners... en ik was terug in het Belgenland van weleer waar de ‘cyclocross’ qua hoogdag Pasen en Kerstmis van de troon stootte. Ik moet bekennen wij waren niet de sportieven die klappend in de handen langs het parcours stonden. Wij keken liever op tv in een verduisterd huis, waar de rook te snijden viel en mannen het voor het zeggen hadden (die dag). Spannend, want in elke bocht lag er een massavalpartij op de loer. Je werd zeeziek van de schokkende close-ups van lijdende renners . Psychedelica voor de brave man. De stem van de commentator op de motor was onderhevig aan enige vervorming. Wielerfans gingen uit de bol: “allé Roger allé”. Die leuzen konden danig in je hersenen kruipen, als een foute schlager. Roger dat was Roger De Vlaminck een echte wielergod en niet bang om zich vuil te maken. In die dagen lieten de wielerpakjes zo hun sporen na. Het uit plastic worsten opgetrokken helmpje trok een diepe, vuile streep in het voorhoofd van zo’n renner. Het zag er uit als een derde wenkbrauw die constante verwondering op hun gezicht schreef. “Kweenie, khad gen goei bene, khem nog gedemareerd moh tzat er ni in”. Van communicatie, mediatraining of een x-factor had nog niemand gehoord. Helden hijgden, stamelden en barsten ook vaak in tranen uit. Ze waren kapot meneer. Er was geen EPO, alleen een emmer koud water langs de weg en een tricolore zak met een banaan in. Tenminste als je verzorger op het goeie punt langs de weg stond en niet doodviel van naast je fiets te rennen. Na de cross konden ze geen pap meer zeggen. Zover voor de plaatselijke kus-miss en de plastiek bloemen. (Een palm heette zo’n onverwoestbaar onding). Moe van het nostalgisch gemijmer moest ik zondag echter het sportief geweld letterlijk aan me laten voorbijgaan. Alle respect voor die Mathieu van der Poel, zeg hem dat ik zijn overwinning uitbundig gevierd heb, zelfs nog voor hij de ‘meet’ haalde… wuivend met een frisse Palm. Volgend jaar kom ik terug!