Zeg het nog eens, maar dan langzaam: Je hebt een vishut aan de vogel op de kop getikt?
Wie niet van hier is, begrijpt het gewoon niet. Over Visclub De Vogel beginnen we zelfs niet meer tegen ‘buitenlanders’, al was het om de obligate ‘En bestaat Vogelclub De Vis ook?’ mop te vermijden. Maar blij dat we zijn met de hut van de dominee! Ja die, vlak voor onze deur. We hoeven maar even de wei door te lopen, langs onze vriend Jimmy de schimmel/muilezel en we zijn er. Nu ja, dan nog even door de brandnetels, zeven sloten openen en we zijn er echt. De beveiliging inclusief met flinke spijkers op het poortje en prikkeldraad wist ons aanvankelijk wat af te schrikken. Was het om vogelpoep te vermijden of om indringers buiten te houden? Het leek een beetje strafkolonie. Ondertussen kwamen we erachter dat deze resolute aanpak er kwam nadat de visclub (of was het kaartclub) van de dominee moest vaststellen dat bij nacht een stelletje onverlaten al hun visgerei hadden gestolen. Voorlopig herbergen we er geen schatten, maar ook de achtergebleven vouwstoelen en stoere Duvel-parasol (en dat voor een dominee!) willen we niet echt kwijt. Dus geen sloop van hekwerk en sloten. Iets wat niemand ons daar echter kan ontvreemden is het ongelofelijke uitzicht. Rechts het riet dat vakkundig de camping weet te verbergen, links een vergezicht mét de paalwoning van de notaris en wat verderop de molen van Kuitaart. Het lijkt wel een negentiende-eeuws schilderij uit de volle romantiek, alleen blozende herderinnetjes ontbreken. Dat gemis wordt dan weer ruimschoots goedgemaakt door badende koeien. Echte waterratten zijn die beesten, of klinkt dat nu verwarrend? Maar de grootste meevaller van al is het micro-klimaat dat aan de Vogelkreek heerst. Vergeleken met achter de dijk, waar we ten prooi vallen aan de Noordenwind, is het er qua gevoelswaarde altijd zo’n tien graden warmer. Terrasjesweer zeg maar. Met de proviandmand in de aanslag maakt het ons zelfs te lui om te vissen. Of maakt het de vissen te lui om toe te happen? Want dominee, om eerlijk te zijn onze vangst is hier alles behalve wonderbaarlijk… maar dat wist je vast al.