BELEEFDHEIDSVLAG

Enthousiasme is iets dat komt en gaat. Je bedenkt een feestje, versiert de boel en achteraf heb je geen zin in de afwas, laat staan in het weer weghalen van toeters en bellen. Zo durft de kerstboom bij ons wel eens tot Pasen te blijven staan. En nu, weken na 21 juli, wapperen de rood-geel-zwart vlaggetjes nog steeds in de tuin. Niet dat we vroeger heisa maakten over die Belgische Nationale feestdag. Het is pas sinds we op Nederlands grondgebied vertoeven, dat het folkloristische waarde kreeg. Het recept? Je nodigt wat oude Belgen en nieuwe buren uit, maakt stoofvlees op Vlaamse wijze met bier en een boterham met mosterd bovenop. De rest van de dag spendeer je met handmatig friet snijden en voorbakken. Bij die gelegenheid geen zoete mayonaise, maar een grote pot Belgian Pickels van Devos&Lemmens. Het défilé in Brussel was er niets tegen. We hadden zeker een beter feestje dan onze Filip en zijn Mathilde. Normaal gezien vind je hier tussen de lakens en tafelkleden niet meteen een Belgische vlag, maar de voorbije Rode Duivels-gekte had in de wasmand zo zijn sporen nagelaten. Dus de boom in met die tricolore spullen en een kitscherige Hawaii krans rond de nek van onze plastieken hengst Maurice! Klaar. Onnodig te zeggen dat we vooraleer we de Brabançonne probeerden te zingen, we de kelen aardig hebben gesmeerd met geestrijk vocht. Iets wat de volgende ochtend lichte bewolking in onze bovenkamer veroorzaakte. Maar… we waren niet zo dronken dat we niet merkten dat Maurice plots ook een knaloranje krans had aangetrokken! Dat bleek een ingreep met knipoog van buurvrouw Miep die op haar dagelijkse wandeling graag een praatje maakt met (ons of) Maurice. Gelijk had ze! We zijn nu op Nederlandse grond en het minst wat we dankbaar kunnen doen, is een aloud gebruik in de scheepvaart respecteren: de beleefdheidsvlag uithangen! Es horen of Miep nog een Zeeuws exemplaar uit de kast kan trekken.