EEN MET DE NATUUR

Ik doe heel erg mijn best om een boerenjongen te worden. En daarmee bedoel ik niet wat mijn oma ‘boere jongens’ noemde, zijnde pruimpjes verdronken in een pot jenever. Een gevaarlijk gezonde borrel. Nee, als je er de bladen op naslaat is het blijkbaar gewoonweg hip om weer wat dichter bij de natuur te staan. Vooral stedelingen hebben plots die drang. Er sneuvelen stoeptegels voor minituinen. Vooral honden zijn daar blij mee. En op elk balkon hangen er mini tomaten te hoesten van de uitlaatgassen. Lekker eigen kweek. Ha! Daar moeten wij hier op Hengstdijk toch eens mee lachen. Wij wieden per dag meer (on)kruid dan die stadsboertjes in een jaar geplant krijgen. Staan ze daar met een IKEA-gietertje hun serre op schaalmodel te bewateren, terwijl de straten blank staan van wat regen omdat alles dicht gebetonneerd werd. En maar op die buienradar kijken. Ik kijk niet meer naar die online weersvoorspellingen. Ze kunnen het niet meer, meneer. Ik verdenk die weer-nerds ervan altijd maar slecht weer aan te kondigen zodat niemand gaat zeuren als het toevallig niet klopt. Waarom zou je zeuren als de zon toch nog schijnt? Kijk toch naar de lucht, dan zie je de bui ook wel hangen. Hopelijk boven een dorp verder. Dan nog even de natte vinger in de lucht en je weet ook meteen of ze jouw kant uitkomt, of niet. En dan al dat doemdenken, dat handenwringend aankondigen van ijstijden of schroeihete temperaturen, desnoods een vloedgolf en waterschaarste tegelijk. Als ze ons maar bang kunnen maken. Geef mij maar zo’n poëtische weerspreuk van weleer. Juli helder en klaar, heet altijd een goed jaar. Met St.Margriet droog, dan 6 weken zon in’t oog. Regen op st.Magdaleen, dan regent het dagen achtereen. Wisselen in juli regen en zonneschijn, het zal het naaste jaar voor de boeren kermis zijn. Dat is nog eens een voorspelling! En zoals de oude spreuk zegt: Heeft Barend in juli verlof, dan is het sowieso alle dagen tof