Te water!

Het is jullie wellicht nog niet opgevallen, maar ik ben een grage zwemmer. Ik voel mij, zoals we zeggen, als een vis in het water. In mijn jongeling-jaren als een paling, nu stilaan als een weldoorvoede brasem. Ik heb zelfs een zwemleraar! Hoeveel waterratten kunnen dat zeggen. Denk nu niet meteen aan toestanden met opblaasbare zwembandjes en een zo’n plastic eendje. Nee, ik wou nog eens iets leren en crawl zwemmen volgens de regels van de Olympische kunst, leek me wel wat. Geen wild gespetter, maar gestroomlijnd snijden door het water en om de twee streken zijdelings ademhalen. Zelfs een keerpunt nemen begint er op te lijken. Haast daar doen we niet aan mee, je kan toch niet ergens naartoe zwemmen. Hoewel… ‘op’ Hengstdijk zou je naar het schijnt via De Vogel naar Lamswaarde kunnen zwemmen. Maar dan sta je daar aan de Petrus & Paulus Hoeve te rillen in je zwembroek met je haar vol riet en slik.
Geen nood, ik laat het nog even wat warmer worden en dan fiets ik met de handdoek onder de arm wel richting Kloosterzande: even een zwemmertje doen in zwembad De Honte. Wat een ontdekking was dat! Een dorp verder. Ik hou van het stoer beton en de lekker nostalgische sfeer van de plek. Openbare buitenzwembaden zijn iets uit mijn jeugd. Daar ging je in een zwerm naartoe, rondhangen en wat stoer doen. Een zomer lang. En blijkbaar krijg je dat aan ‘de jeugd van tegenwoordig’ nog net zo goed verkocht. Jongens die achter meisjes rennen en omgekeerd, spatten en spetteren en veel gegil. Ik zit er niet mee, want klokslag vijf heb je plots het bad voor jou alleen. Alsof er van de kerktoren ‘aan tafel’ werd geroepen. Ja, jullie eten veel vroeger dan de gemiddelde Belg. Wanneer jullie al aan de afwas toe zijn, trek ik bijgevolg nog lekker baantjes. Gedeelde vreugd is dubbele vreugd, dus probeer ik mijn hond Walter warm te maken om tijdens de hondenzwembeurt aan het eind van het seizoen ook een plons te wagen. Maar hij ziet het letterlijk niet zitten wegens zo goed als blind. En na zijn onbedoelde, winterse duik in een beek tussen de velden al helemaal niet. Op zijn 18de (tellen hondenjaren echt voor 7 mensenjaren?) ligt hij liever voor de kachel of die nu brandt of niet. En baasje zich maar uitsloven op de duizend meter!