Zelfs mijn ouders zeggen het, en die kunnen het weten: “Barend die is bejaard geboren.” Volgens mijn moeder, die zelf een snelheidsduivel is, weet ik in de auto het gaspedaal niet staan. Platte rust behoort al even tot mijn favoriete bezigheden en als ik aan eten denk, wrijf ik naar het schijnt op een wat kabouterachtige manier over mijn buik. Verder ben ik een jonge, sportieve knaap in de fleur van zijn leven. En dat leven ziet er in de zomer een beetje als dat van God in Frankrijk uit: één van pastis en jeu de boules! Helemaal een bejaarden-spel hoor ik je zeggen. Ik hou het er op dat je er een zekere staat van rijpheid voor moet bereikt hebben. Je moet je immers kunnen concentreren en je beurt afwachten. Toen we hier net kwamen wonen, was de aanleg van een jeu de boules baan dan ook een topprioriteit. Drie jaar later is het dat nog steeds, want onze tuin loopt wat schuin naar de gracht en laat zich niet bedwingen met een waterpas. Een recht, hobbelvrij terrein met Frans grint is helaas een must. Ik dacht eerst troost te moeten zoeken in het in Hengstdijk druk beoefende ‘gaaibollen’. Man, man, man, probeer es een houten kaasbol met geweld een helling op te gooien om dan ‘iets’ te raken dat weer maar eens ‘een vogel’ heet. De techniek wordt vast genetisch doorgegeven want mij lijkt het even onmogelijk dan dronken je sleutel in het slot steken. Spijtig, want de beste gaaiboller gaat hier algauw met een fantastische hoofdprijs naar huis: zijn gewicht in gerookte paling of zo! Zoals in de natuur naast elk gif een tegengif groeit, blijkt de jeu de boules of petanque hier toch van de grond te komen. De gemiddelde Zeeuw houdt wel van de Franse slag, weet wat genieten is en is gemiddeld ook oud en wijs genoeg om deze topsport te beoefenen. Er zijn eigenlijk petanque-banen zat! Wel, mijn best professionele ballen zijn geblonken, de pastis ingeschonken. Nu nog een club vinden die mij als lid aanvaardt.