“Administratief valt het best mee dat landverhuizen”, ik hoor het de notaris nog zeggen bij aankoop van ons huisje. Ja, dat kopen ging een pak vlotter dan we in Vlaanderen gewoon zijn. Echt exotisch werd het grensoverschrijdend papierwerk pas wanneer op reis in Italië mijn portefeuille gestolen werd. Wist die dief veel dat ik in drie landen aangifte moest doen en het eeuwen ging duren vooraleer ik op papier weer bestond. Om aan een nieuwe identiteitskaart te komen, was ik zeven weken lang pennenvriendjes met de Belgische Ambassade in Den Haag. Mijn vaderland bleek zo arm dat ik telkens postzegels moest opsturen om hen een antwoord te ontlokken. Voor mijn rijbewijs mocht ik langs de Gemeentewinkel in Hulst. Alles ging goed tot het gloednieuwe roze kleinood maar niet uit de machine wou komen. Vijf keer ging ik langs en werd ik met een andere fabelachtige reden en zonder rijbewijs weer het riet ingestuurd. Toen ik de zesde keer- goeie keer werd uitgenodigd, heerste er een opgewonden sfeertje. Er vielen net geen ballonnen uit de lucht. Daar was het dan: hét rijbewijs! Na ‘demontage’ van de machine bleek het zich al even vastgekleefd tegen de binnenwand schuil te houden. Dat was sterk. Applausje voor de handige Harry die toen de excuses op waren het officiële onding met een schroevendraaier te lijf durfde gaan. Ik was al bijna buiten en toen... toen gebeurde er iets. Als in slow motion kwam de baliebediende aanzetten met een doos Belgische pralines. “Omdat het zo erg lang duurde”, stamelde ze wat verlegen. Dat maak je in Antwerpen niet gauw mee. Wauw, benieuwd wat ik volgend jaar van de Belastingdienst ga krijgen!