Echtpaar de Kort staat dertig jaar achter de tap

Krantenartikel 1987

We kunnen het cafè echt niet meer missen

Eugene en Jet de Kort vieren vandaag het feit dat ze al dertig jaar het cafè het Jagershuis in Hengstdijk uitbaten. Een jubileum dat tegenwoordig in horecakringen niet al te vaak meer voorkomt. Vanmiddag wordt in besloten kring een feestmaal genuttigd. Vanavond is er in het cafe een receptie, van 20.00 tot 22.00 uur. Als het aan het echtpaar De Kort ligt, zullen er nog heel wat jaartjes worden toegevoegd aan hun loopbaan. Een carriere, die begon met een kapotte schop. 

HENGSTDIJK - "Ik was eigenlijk al lang zot van een eigen cafè", begint Eugene de Kort zijn verhaal. "Maar mijn vrouw wilde het niet".
"Nee", zegt Jet, "Ik ben geboren in een cafè in Vogelwaarde en ik wist precies wat me te wachten stond. Thuis was het altijd aangebrand of geen eten. Als er iemand iemand binnen kwam en het eten stond op, was het verpieterd. Moest je het nog gaan opzetten, dan kwam het er niet meer van".
Ze waren al enkele jaren getrouwd toen Eugene, toen werkzaam als grondwerker, thuis kwam met een kapotte schop. Hij sprong op de fiets om in Vogelwaarde een nieuwe te kopen, maar ging meteen stiekum bij de brouwer op bezoek. Immers, hij had vernomen dat er in Hengstdijk snel een cafè zou leegkomen. "Nou ja, en zo is het er dan toch van gekomen".

Bijverdienste
Voor het echtpaar De Kort is het cafè overigens altijd een bijverdienste geweest. Terwijl Eugene overdag ging werken, hield Jet het cafè open. "Als je alleen met het cafè je boterham had moeten verdienen, dat zou nooit gelukt zijn". Pas de laatste vier jaar staan ze beiden full-time achter de tapkast. "Het viel niet altijd mee", zegt Jet. "Want naast het cafè had ik ook nog eens een huishouden te verzorgen". Het echtpaar heeft vier zonen. "Nee, er is er geen een die straks de zaak verder wil zetten", klinkt het een beetje spijtig. Maar voorlopig is dat probleem nog niet aan de orde. Hoewel ze allebei 63 , zijn, denken ze aan geen ophouden. Jet: "Nee, ik zou het niet kunnen missen. Ik zeg altijd, ze zullen me hier buiten moeten dragen".

Sfeer
In de loop der jaren is er aan de zaak flink wat vertimmerd, hoewel de sfeer van een authentiek dorpscafè nog volop aanwezig is. "Toen we begonnen was het niet groter dan een huiskamer. En toch werden er trouwfeesten en zo gehouden. Dat kon allemaal. Nu kan er niets meer. Moet iedereen zonodig naar een grote zaal". Al vanaf het begin gaat iedere ochtend steevast om kwart voor zeven de deur open. Daar staat tegenover dat het meestal geen nachtwerk wordt. "Nee, meestal is de laatste klant rond een uur of tien buiten. Behalve als de Polderjongens vergaderen of als het kermis is. Dan kan het nog wel eens tot in de kleine uurtjes duren".

Eugene en Jet constateren dat het cafèbezoek de laatste jaren steeds meer is teruggelopen. "We draaien goed, daar klagen we niet over. Maar vroeger bijvoorbeeld zat het hier 's zondag na de kerk stampvol. Nu zie je nog maar een paar mensen".
Twee keer per maand is het topdrukte, als er een prijskaarting wordt gehouden. Daarnaast trekken ook de bingoavonden van de verschillende verenigingen een vollezaal.

Televisie
"Ik denk", mijmert Eugene de Kort, "dat de mensen toch meer thuisblijven. Voaral vanwege de televisie. Er is van alles te zien. De behoefte om in het cafè een praatje te maken is er niet meer zo". Anderzijds beleefde het' Jagershuis in de beginperiode van de televisie goede tijden. "Wij waren zowat een van de eersten in het dorp die een televisie hadden. Het zat hier altijd vol met mensen die kwamen kijken". Opvallend, zo meent het echtpaar, is tegenwoordig de stijgende omzet van alcoholvrij bier. "De mensen worden toch bang voor die politiecontroles. Wij tappen hier gemiddeld vier kisten alcoholvrij bier per week. Dat is toch heel wat voor ons". De kroegbaas geeft zelf het goede voorbeeld. "Het is veel gezonder en het scheelt de andere dag een boel hoofdpijn".