J. van Eijsden

Johannes van Eijsden. Op 16-01-1791 geboren in Amsterdam.
Hij was gehuwd met Wilhelmina Elisabeth Lambrecht (*23-3-1801 in Rotterdam).
Ze hadden een zoon, Jan van Eijsden geboren 12-3-1817 in Rotterdam.

Onderwijzer te Hengstdijk vanaf 15 augustus 1823.
Hij is voorgedragen als onderwijzer te Hengstdijk als opvolger van de ontslagen Jan Feeremans. Eerder was hij onderwijzer aan de Diaconieschool van de Waalse gemeente 3e rang te Rotterdam. Hij heeft de betrekking aanvaard op 15 augustus 1823’

Op 18 oktober 1826 verzoekt hij om per 1 mei 1827 van zijn bediening van schoolonderwijzer als zodanig ontslagen te worden.
Het gezin vertrekt naar Hulst.

Details

In andere bronnen, onder andere de Schoolberichten lezen we:
Schoolberichten Zeeland 1822 School vacant sept. 1822
Hengstdijk: Na daartoe bekomen autorisatie van Z. Exc. Den Minister voor het publiek onderwijs enz., is tot openbaar Schoolonderwijzer alhier aangesteld de eenige Sollicitant Johannes van Eysden, bezittende den derden rang, die zijnen post heeft aanvaard den 15 Augustus 1823.
In het register van 1823 is aangesteld te Hengstdijk J. v. Eysden
Johannes van Eysden.
Woonachtig Hengstdijk wijk A 39. Is nu Plevierstraat 15. In 1827 op A 17. Nu Sint Josephstraat 3.
Johannes van Eijsden
Gehuwd met: Wilhelmina Elisabet Lambrecht, gereformeerd geboren Rotterdam 23-3-1801
Zoon Jan ongehuwd geboren Rotterdam 12-3-1817
Vertrokken naar de Stad Hulst 1-5-1827

Achterliggende informatie

Tussen aanstelling en ontslag ligt slechts een korte tijd. In deze periode moet er wel flinke dynamiek rondom zijn functioneren geweest zijn.

Tussen het archief van de notulen van de gemeenterad van Hengstdijk vinden we een brief van de ouders van de leerlingen. Deze brief is gedateerd op 25 juli 1826 en gericht aan het Achtbaar plaatselijk bestuur van de gemeente Hengstdijk. We lezen daarin onder andere dat ondergetekenden lang “huijverig” geweest zijn. Voor het welzijn van hun kinderen wenden ze zicht tot “Uw Edelachtbare”

Het verzoek is een voorziening omtrent het schoolwezen in de gemeente. “Het zal Uw Edelachtbare, zo wij vermenen niet onbekend wezen aan geene kinderen alhier, en zelfs Zeedert langen tijd geen openbaar onderwijs gegeven is.”

En dan komt de aap uit de mouw: “en dat zich uit hoofde van het lieder gedrag en verregaande Dronkenschap van den schoolonderwijzer die zich zelfs gedurende de schooluren zich hier van niet heeft kunnen onthouden.”

De briefschrijver halen aan dat een schoolonderwijzer met zeden en gedrag het voorbeeld voor de jeugd moet zijn.

Deze brief is getekend door 19 inwoners van Hengstdijk

  • P.J. van Eerdenburg
  • Andries Baart
  • Pieter de Nijs
  • Jan Geldof
  • J.A. Hermans
  • S.A. de Vet
  • Jan van der Hooft
  • Pieter Jacobus Eekelaer
  • P. Compiet
  • A. van Trappen
  • De weduwe Neve
  • Judocus Truijman
  • Adriaan de Burger
  • De weduwe Pieter Bogaart
  • F. de Smit
  • Jan Hamelink
  • Andries van Driessen
  • Judocus van den Bos
  • A. Staas

Op 29 juli 1826 wordt de brief voorgelezen en besproken in de gemeenteraad. De “Klagten ten lasten van den Schoolonderwijzer” komen aan de orde. Het gemeentebestuur staat voor een dilemma. De schoolmeester is volstrekts niet meer voor rede vatbaar.

In de notulen van 28 september 1826 lezen we dat schoolmeester van Eijsden ontslag vraagt met ingang van 1 mei 1827. Uit het Zeeuws archief blijkt dat dit verzoek gehonoreerd is.